Toen de cameraploeg van het één-programma Loslopend Wild op zoek was naar een ‘exotische Mexicaanse locatie’, klopten ze aan bij D-Factory in Deurne. Wellicht zitten de palmbomen en felroze muur naast het zwembad daar voor iets tussen. Joeri Bal (38), bewoner en initiatiefnemer, leidt ons rond in zijn woning en de gedeelde binnentuin met zwembad.
Elk jaar geven we een groot ‘openingsfeest’ en dan wordt er in het zwembad gedoken tot in de vroege uurtjes
‘Dit is een beetje een atypisch cohousingproject. Ik ben zelf projectontwikkelaar en toen ik op dit pand stootte, zag ik meteen het potentieel. Vroeger was dit een olieverwerkende fabriek. In het gebouw vooraan de straat zitten appartementen, die een pleintje delen waar in de zomer gegeten, gepingpongd of petanque gespeeld wordt. Iets verderop ga je de tuin in en daar hebben we in de oude fabriekspanden 11 lofts van 100-200m2 gerealiseerd. Elk met hun eigen architectuur die verwijst naar de oude functies van het gebouw. Naast de lofts is ook een kunstgalerij waar regelmatig vernissages gehouden worden. Uiteraard zijn wij dan allemaal uitgenodigd.’ (lacht)
Tropische wildernis
‘Ik woonde in die tijd zelf in een te krappe woning op ’t Zuid. Ik wou hier meteen zelf iets van maken en heb dit pand in 2003 gekocht waarna er onmiddellijk een 5 à 6-tal vrienden mee zijn ingestapt. Alles werd grondig gesaneerd en het project werd vormgegeven. We lieten de tuin ontwerpen door een architect die er iets erg gewaagds maar geslaagds van gemaakt heeft met bamboe en palmbomen. Het is redelijk exotisch geworden met dat voordeel dat het winter én zomer groen is. Een beetje een tropische wildernis. We beslisten ook om het zwembad aan te leggen en voor te schieten met de kerngroep. Het zwembad is echt de trekpleister en ontmoetingsplaats voor jong en oud van zodra het mooi weer wordt. Elk jaar geven we een groot ‘openingsfeest’ waarop vrienden, buren en familie uitgenodigd worden en dan wordt er in het zwembad gedoken tot in de vroege uurtjes.’
Eén grote familie
‘De resterende lofts hebben we casco op de markt gebracht. Het spreekt voor zich dat er vooral een publiek op afkomt dat wel houdt van samenwonen. Einzelgängers ga je hier niet vinden. Je hebt door het mede-eigendom een gemeenschappelijk gevoel voor verantwoordelijkheid. Ik durf wel beweren dat we één grote familie zijn. Er wordt samen gebarbecued, de sint komt op bezoek of we rapen paaseieren. Een keer per jaar is er winterreceptie, heel gezellig met vuurkorven, en af en toe organiseren we ‘komen etens’ waarbij 1 iemand kookt en de rest uitgenodigd is bij hem thuis. Ook praktisch kunnen we op elkaar rekenen. We hebben 1 deelauto en kinderen worden met een beurtrol naar school gebracht.’
Ook praktisch kunnen we op elkaar rekenen. We hebben 1 deelauto en kinderen worden met een beurtrol naar school gebracht
De regels van het huis
‘De organisatie van al die activiteiten verloopt eigenlijk heel spontaan. Naast de jaarlijkse Algemene Vergadering komen we niet vaak samen. Natuurlijk zijn er soms irritaties over opruimen en onderhoud, maar dat heb je met je buurman in een gewone wijk ook soms. Hier kan je er tenminste samen afspraken over maken. Ook wat de kinderen betreft geldt: iedereen is ouder van alle kinderen. Zie je iemand iets mispeuteren, dan mag je hem of haar best berispen. En aan gezien de kinderen vaak bij elkaar thuis spelen hebben we de afspraak: de regels van het huis tellen.’
Van factory naar kasteel
‘Intussen zijn we meer dan tien jaar verder en hebben we met een aantal mensen alweer plannen voor een nieuw project. In Kalmthout hebben we ons oog laten vallen op een oud Kasteelgebouw met 14 hectare bos bij. We wilden iets grotere woningen en een tuin waar we ook kunnen moestuinieren om zo een stuk zelfvoorzienend te zijn. Het gemeenschappelijk programma mag ook groter: wasmachines, een atelier delen, dat zien we wel zitten. En uiteraard staat er een ecologische zwemvijver op het programma.’ (lacht)
Origineel artikel op www.cohousingprojects.be.